contrast [tegenstelling] {1785} < frans contraste < italiaans contrasto [tegenstelling, tegenstand], van middeleeuws latijn contrastare [bestrijden], van latijn contra [van de tegenovergestelde kant, tegenover, tegen] + stare [staan, opgesteld zijn].
(P.A.F. van Veen en N. van der Sijs (1997), Etymologisch woordenboek: de herkomst van onze woorden, 2e druk, Van Dale Lexicografie, Utrecht/Antwerpen)
De strafrechtadvocaat die u nodig heeft
Omdat niets alleen zwart of wit is
Strafrecht